Queenstown en Dunedin

We moeten vandaag zo'n  230 km rijden en onderweg komen we weer prachtige landschappen tegen. Van groene heuvels tot steile bergen met een kronkelende rivier erdoor. Vlak voor Queenstown stoppen we langs een van zo'n rivier bij AJ Hacket bundy jump. Hier zouden we eindelijk de sprong eens kunnen wagen. Vanaf een oude ijzeren burg is de jump 43 meter naar beneden en je kan kiezen tussen een kleine dip in het water met je hoofd  of je haar droog houden. We kiezen alle drie voor het laatste. Het is een drukte van belang en vanaf een fraai gebouwd platform kan je zien hoe iedereen aan de lopende band met meer of minder enthousiasme uiteindelijk de sprong waagt. Wat een diepte...zeggen we tegen elkaar. Zoals gezegd....we hebben ons haar droog gehouden.
We rijden door naar de stad die aan het meer ligt (of volgens de terminologie van Nienke aan de baai) en vinden snel een camping op slechts een paar minuten lopen van de stad. Aan de baai zitten veel restaurants en cafés, maar voordat we daar naar toe gaan lopen we eerst door het mooie park van Queenstown. Nienke heeft zichzelf mooi opgedoft en dus trakteren we onszelf op uit eten in een designachtig restaurant met uitzicht op de baai...geen vervelende bezigheid. Omdat we vroeg zijn gaan eten kunnen we nog bij daglicht de 'Gondola' nemen...een kabelbaan die steil omhoog de berg op gaat. Even later kijken we uit over de stad, het meer en in de verte de indrukwekkende bergen 'Remarkebles' genaamd. Na een koffie en een wijntje begint het te schemeren en is het plaatje wederom schitterend. We gaan naar beneden, terug naar de camper en spelen Yahtzee(Nienke is ook om) en het grote Nienke-spel onder het genot van lekkere Nieuw-Zeelandse wijntjes. 
De volgende dag gaan we (op aanraden van een 'mede-afwasser') eerst richting Glenorchy en Paradise, waar veel opnames zijn gemaakt voor de Lord of the Rings films. Maar helaas zit het weer tegen. Grijze luchten en af en toe regen maken de 'scenic-route' langs de smalle baai met bergen erom heen toch minder indrukwekkend al blijft het mooi. Bij Paradise aankomen gaat het asfalt over in onverhard en borden adviseren ons om hier niet met een grote camper doorheen te rijden, Jammer, maar helaas. We besluiten om rechtsomkeer te maken en naar onze volgende bestemming te rijden..Dunedin...een stadje aan de zuidoostkust van Nieuw-Zeeland om een van de leukste beesten te gaan bekijken...namelijk pinguïns! We hebben 250 km voor de boeg, maar door in toerbeurten te rijden gaat dat prima.   Eentje rijdt, de ander zoekt naar een geschikte camping en de derde verkend in alle folders en in de Lonely Planet wat we allemaal bij de plaats van bestemming kunnen gaan doen. De camping ligt 300 meter van het strand, dus na ons 'installatie ritueel' van de camper lopen we daar eerst even heen alvorens we de bus pakken naar Dunedin. Het stadje heeft voor Nieuw-Zeelandse begrippen redelijk wat mooie oude gebouwen waaronder een kathedraal en een treinstation dat een klein beetje lijkt op dat van Amsterdam qua stijl. De kolonisten die deze stad hebben gesticht kwamen uit Schotland en dus kunnen we een tocht langs een aantal pubs maken en lokale biertjes proeven. Bij de tweede pubs blijven we hangen, omdat we overgehaald worden om mee te doen aan de pubquiz. Als enige toeristen hebben we tegen 10 andere lokale teams niet heel veel kans, maar na heel veel lol, onwetendheid en fanatisme eindigen we op de 9e plaats. De bus brengt ons veilig thuis en we maken ons plan voor morgen....toeren door Otaga Peninsula.